Skip to main content

Het was vrij snel duidelijk dat deze oorlog zou leiden tot een vluchtelingenstroom die ook Nederland zou bereiken. Op 7 maart gaf de Rijksoverheid de Veiligheidsregio’s daarom de opdracht om te zorgen voor voldoende opvangplekken voor Oekraïense vluchtelingen. En in tegenstelling tot wat de afgelopen jaren het beeld was geweest bij de organisatie van opvang voor asielzoekers: al vrij snel waren er op landelijk niveau meer plekken dan vluchtelingen. Maar dit bleek niet het enige waardoor duidelijk werd dat deze crisis een atypische situatie is. Hieronder een beknopt overzicht van de hordeloop die gemeenten hebben gelopen en waar zij nog steeds mee bezig zijn.

Opvang

Per 1 april 2022 trad de landelijke ‘Regeling opvang ontheemden Oekraïne’ in werking. De regeling bevat de opdracht aan de burgemeester om zorg te dragen voor adequate gemeentelijke opvangfaciliteiten voor Oekraïners. Daarnaast biedt de regeling de taak om leefgeld uit te keren aan de vluchtelingen. Deze taken gaan gepaard met verplichtingen en bevoegdheden om te handhaven. Met de opvang waren gemeenten al aan de slag gegaan sinds de opdracht op 7 maart aan de Veiligheidsregio’s. Veel nieuws bracht het formaliseren van deze opdracht niet, alhoewel het opvallend was dat de regeling geen opdracht meer bevatte aan de Veiligheidsregio’s. De horde hier is niet juridisch, maar het is voor gemeenten de uitdaging om tijdig voldoende geschikte plekken te vinden. Een gigantische uitdaging waarbij het hier en passant noemen, geen recht doet aan de complexe werkelijkheid. Complicerende factor was namelijk in veel gemeenten dat locaties die vaker gebruikt worden voor opvang (denk bijvoorbeeld aan sporthallen) na twee jaar coronamaatregelen eindelijk weer open mochten. Gemeenten voelden druk om uit te wijken naar andere locaties. Bovendien heeft niemand zicht op het verloop van deze crisis en daarmee de periode waarin voor opvang moet worden gezorgd. Crisisnoodopvanglocaties zijn goed voor de eerste acute fase van opvang, maar niet voor langere termijn.

Werk

Vrij snel nadat de oorlog in Oekraïne uitbrak, besloot de Europese Raad om artikel 5 van de Richtlijn 2001/55/EC te activeren. Daarmee werd erkend dat er een grote groep vluchtelingen te verwachten valt die bescherming nodig heeft. Primair wordt daarmee onderdak bedoeld. Met onderdak was echter nog niet geregeld dat Oekraïners in Nederland aan het werk konden, terwijl de vluchtelingen geregeld aangaven te willen werken. Begrijpelijk, want behalve een manier om geld te verdienen is werk ook een belangrijk middel tegen verveling in de opvang. Om te gaan werken was een arbeidsmarkttoets nodig, waaruit een tewerkstellingsvergunning kon volgen. Deze procedure bleek echter te omslachtig in deze situatie en per 1 april zijn het ‘Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen 2022’ en de ‘Regeling melding Wet arbeid vreemdelingen’ gewijzigd. De procedure van de tewerkstellingsvergunning geldt niet meer voor vreemdelingen uit Oekraïne. Uiterlijk twee werkdagen voorafgaand aan de werkzaamheden moet de werkgever een melding doen bij het UWV en dat is de procedure. Een welkome stap voor Oekraïners die in Nederland willen werken en ook voor de werkgevers die staan te springen om arbeidskrachten.

Registratie

Twee horden is nog geen hordeloop en dus deed het volgende obstakel zich voor: de registratie in de Basisregistratie Personen (BRP). Hierin wordt van iedere persoon de feitelijke verblijfplaats in Nederland vastgelegd. Deze registratie is van belang omdat het de eerste stap is om een zorgverzekering af te sluiten, een bankrekening te openen en te gaan werken. Voor Oekraïners met een internationaal paspoort was dit geen probleem. Zij schreven zich in op het adres van hun feitelijke verblijfplaats: in de regel de gemeentelijke of particuliere opvang. De groep Oekraïners zonder goede legitimatie ging naar de ambassade in Den Haag voor een vervangende verklaring. Ook dit document werd geaccepteerd.

Maar zoals bij de meeste crises, nam de verscheidenheid aan situaties al snel toe. En zo strikt als de registratie in de BRP normaal plaatsvindt, nu riep de Rijksoverheid gemeenten op om juist coulant te zijn. Verlopen identiteitsbewijzen zouden in deze bijzondere situatie ook geaccepteerd moeten worden. Resultaat: een grote toestroom bij de afdelingen Burgerzaken met vaak complexe situaties. Het grootste probleem ontstond bij de verlopen identiteitsbewijzen of documenten die geen vertaling in het Latijnse schrift bevatten. Hier kan de gemeente niet anders dan een maatwerk-oplossing bedenken, wat vaak betekent dat inschrijving langer duurt. En langer wachten op de BRP-inschrijving betekent ook vaak langer wachten op leefgeld. Hierdoor is te merken dat de druk begint toe te nemen op de collega’s bij Burgerzaken. Bovendien ontstonden lange wachttijden voor Nederlanders die nog gauw een nieuw paspoort wilden aanvragen voor de vakantie, waardoor de druk nog verder toenam.

Inkomen

De leefgeldregeling als onderdeel van de ‘Regeling opvang ontheemden’ heeft enige tijd op zich laten wachten. Het was duidelijk dat er een regeling zou komen, maar over de precieze hoogte van de bedragen is tot het laatst gediscussieerd. De meeste vluchtelingen moesten hierdoor geruime tijd op leefgeld wachten, waardoor er grote druk ontstond om de uitvoering van de regeling in korte tijd van de grond te krijgen. Het uitkeren van het geld, opstellen van de verschillende brieven en het inrichten van alle processen: Het moest in enkele weken, en liever dagen, gebeuren.

Toen de regeling er was, bleek zich al snel een volgende horde aan te dienen. In Nederland werken we bij voorkeur met bancaire geldstromen, zeker bij kwetsbare mensen. Oftewel: liever geen contant geld, maar geld op de bank. Gezegd moet worden dat banken alle zeilen bij zetten om het mogelijk te maken voor Oekraïners om een bankrekening te openen. Sommige banken werkten daarbij al vooruit op een BRP-inschrijving. Maar voor die groep waar een inschrijving in de BRP echt een complexe zaak is, bijvoorbeeld vanwege verlopen of niet vertaalde documenten, bleek ook een bankrekening openen te complex. Laten we immers niet vergeten aan welke strenge eisen een bank moet voldoen bij de verificatie van nieuwe klanten.

Voor deze horde geldt dat hij tot op de dag van vandaag niet geheel is genomen. Het is voor bepaalde groepen Oekraïners nog steeds niet mogelijk om een Nederlandse bankrekening te openen. Voor het uitkeren van het leefgeld werken verschillende gemeenten nu met prepaid-bankpassen. Op deze passen kan de gemeente geld storten zodat de eigenaar van de pas over het geld kan beschikken. Probleem is echter dat deze methode geen soelaas biedt voor het uitkeren van salaris bij werkenden. Hier is een adequate oplossing nog niet voorhanden.

Tot slot

De uitdagingen waarmee we geconfronteerd zijn in deze crisis, spelen zich af op ongeveer alle leefdomeinen waar iemands leven uit kan bestaan. Dat vergt continue afstemming binnen de gemeentelijke organisatie en met andere overheden en partnerorganisaties. Een gigantische operatie waar met tomeloze energie aan wordt gewerkt. Gemeenten doen er alles aan om rust en stabiliteit te bieden aan de vluchtelingen die al zoveel zorgen hebben over de situatie in hun thuisland. Samenwerking en energie zijn de juiste ingrediënten voor een goede hordeloop. Nu is het zaak dat de procedure rondom bankrekeningen worden versoepeld en versneld, want anders struikelen we dadelijk over de laatste horde.

Stijn van Cleef

Stijn is bestuurskundige en jurist en werkt als strategisch juridisch adviseur bij de gemeente Nijmegen. Vanuit zijn eigen advies- en opleidingspraktijk is hij verbonden aan IK advisering.

Ben je voor jouw gemeente op zoek naar een soortgelijke oplossing?

Neem dan zeker contact op!

Ben je ook op zoek naar een doelgerichte aan pak voor jouw vraagstuk in het sociaal domein? Neem gerust contact met ons op.

Neem contact op